Tagarchief: EZK

Veendam mag van minister EZK nog verder zakken

10 mei 2021 | Stop Zoutwinning |

Veendam staat al bovenaan in de top 20 van gemeentes qua verzakking.
Volgens het Waterschap Hunze en Aa’s zijn de grenzen van de beheersbaarheid voor het waterbeheer bereikt.

Voldoende reden om daar geen verdere bodemdaling toe te staan.

De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) denkt daar anders over en geeft zoutwinner Nedmag doodleuk toestemming om nóg meer bodemdaling te veroorzaken.

De bezwaren van inwoners en lokale overheden zijn opnieuw genegeerd.

En waarom? Landsbelang? Maatschappelijk relevantie? Nee hoor, economische belangen wegen voor EZK opnieuw zwaarder dan de belangen van de burger en de risico’s voor ons drinkwater.

Zie ook

Minister EZK belemmert inspraakmogelijkheden burger

9 mei 2021 | Stop Zoutwinning |

De overheid is wettelijk verplicht om informatie tijdig te delen als burgers daarom vragen.

Dat is nodig om overheidsbesluiten te kunnen beoordelen en om eventueel bezwaar aan te tekenen.

Dit hoort bij Behoorlijk Bestuur. Bij het ministerie van Economische Zaken (EZK) werkt dat anders.

  • EZK houdt die informatie zolang achter dat burgers zo weinig mogelijk tijd overhouden om er op te kunnen reageren. EZK negeert daarmee de wet en schaadt de informatiepositie van de burgers.
  • EZK plant de openbaarmaking van besluiten stelselmatig vlak voor vakanties en periodes met vrije dagen. Daardoor hebben burgers minder tijd om te reageren en organisaties minder tijd om hun achterban te mobiliseren. Dat is op z’n minst strijdig met de geest van de wet.

Dit komt zo vaak voor dat wij sowieso al dachten dat dit geen toeval meer kan zijn. Het laatste voorbeeld toont dit overtuigend aan:

  • Stichting Stop Zoutwinning heeft op 6 juli 2020 informatie opgevraagd van EZK d.m.v. een Wob-verzoek. Het ging om een eenvoudig verzoek over een korte periode.
  • EZK heeft er 9 maanden (!) over gedaan om die informatie beschikbaar te stellen.
  • En natuurlijk is de informatie pas beschikbaar gesteld nádat de minister het instemmingsbesluit gepubliceerd heeft. Ondanks de vele toezeggingen van EZK dat we die deze keer wel van te voren zouden krijgen.
  • En ook deze keer weer publiceert EZK het besluit vlak voor een periodes met veel vrije dagen.

Betrouwbare overheid? Daar is geen sprake van. Herstel van vertrouwen? Behoorlijk bestuur? EZK is kennelijk niet van plan om daar aan mee te werken.

Onduidelijkheid over bodemdaling – Kamervragen

5 maart 2021 | Stop Zoutwinning |

Henk Nijboer (PvdA) heeft op 26 januari 2021 vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de bodemdaling bij zoutwinning. Minister van ‘t Wout heeft die vragen op 5 maart 2021 beantwoord.

Henk Nijboer PvdAEr blijkt onduidelijkheid te zijn over de bodemdaling bij zoutwinning. Het is mogelijk dat het centrum van de bodemdalingskom na enige tijd weer iets omhoog komt.

Wij vragen ons af wat dit betekent voor de maatregelen die het waterschap heeft moeten nemen om de bodemdaling op te vangen.

  • Is dan opnieuw aanpassing nodig?
  • Wie gaat dat betalen?
  • Is daar door Nedmag geld voor gereserveerd of lopen we het risico dat dit via de waterschapslasten op de bewoners verhaald wordt?

En kan er dan opnieuw schade aan huizen en bedrijfsgebouwen optreden?

De minister erkent dat een verandering van de waterhuishouding kan leiden tot schade aan gebouwen, natuur en milieu en mogelijk ook de land- en tuinbouw door verzilting.

Bij de zoutwinning in Friesland is de peilverlaging tot een minimum beperkt om de verzilting niet te versterken. Wij vragen ons af hoe dit in onze regio zit, zijn de belangen van land- en tuinbouw in onze regio voor de lange termijn wel voldoende geborgd?

Zienswijze Tynaarlo ontwerpbesluit winningsplan Nedmag

16 juli 2020 | Stop Zoutwinning

Gemeente Tynaarlo stemt niet in met het ontwerp-instemmingsbesluit over het nieuwe Nedmag winningsplan. Dat blijkt uit de door de gemeente ingediende zienswijze.
De door Tynaarlo in haar advies van 26 november 2019 benoemde onzekerheden en risico’s zijn door minister Wiebes niet weggenomen. Daarom maakt dat advies onverkort deel uit van de zienswijze.

Advies Tynaarlo 26 november 2020
In haar advies van 26 november 2019 adviseerde Tynaarlo de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om niet in te stemmen met het nieuwe Nedmag winningsplan gezien de risico’s, onzekerheden en onvoorspelbaarheid van de effecten van zoutwinning en de grote impact op het waterbeheer.

Tynaarlo sloot zich aan bij de adviezen van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en het Waterschap Hunze en Aa’s om nader onderzoek te doen naar de gevolgen voor mens en milieu en wil dat de veiligheid van haar inwoners gewaarborgd wordt.
In aanvulling daarop was volgens Tynaarlo nader onderzoek nodig naar:

  • De effecten van gestapelde mijnbouw omdat in hetzelfde gebied ook gaswinning plaats vindt.
  • Toekomstvisie inclusief de afbouw van de zoutwinning op termijn.
  • Onderzoek naar de effecten op het milieu in relatie met maatschappelijke opgaven en ambities op het terrein van wonen, water, natuur en landschap, recreatie, toerisme en cultuurhistorie.

Tynaarlo vroeg de minister van EZK om de volgende maatregelen te nemen:

  • Inrichten van een fonds en garantstelling door de rijksoverheid om de gevolgen van de zoutwinning in het gebied op te vangen, nu en in de toekomst. Omdat de uiteindelijke bodemdaling pas over tientallen jaren bereikt wordt zijn monitoring en gepaste inzet van maatregelen, in zorgvuldige afstemming met het waterschap en andere betrokken noodzakelijk.
  • Eén loket voor het melden en afhandelen van alle mijnbouwschade inclusief het toepassen van het wettelijk bewijsvermoeden.

Daarnaast vroeg Tynaarlo de waterbedrijven mee te nemen in de vervolgprocedure in verband met de belangen op het terrein van de drinkwatervoorziening. Dit betreft de m.e.r.-procedure in het kader van de Algemene Strategische voorraden (ASV) als opgave uit de Structuurvisie ondergrond (STRONG).

Zienswijze gemeente Tynaarlo 16 juli 2020
Op 11 juni 2020 heeft de minister van EZK het ontwerp-instemmingsbesluit over het winningsplan 2018 van Nedmag en de bijbehorende omgevingsvergunningen gepubliceerd.

Gemeente Tynaarlo heeft daarover op 16 juli 2020 een zienswijze ingediend. Daarin laat Tynaarlo aan minister Wiebes weten niet in te kunnen stemmen met het ontwerp-instemmingsbesluit.
Tynaarlo heeft in haar advies van 26 november 2019 een aantal onzekerheden en risico’s benoemd die met het ontwerp-instemmingsbesluit niet weggenomen zijn. Gemeente en inwoners blijven zorgen houden over de zoutwinning en de stapeling van effecten van mijnbouwactiviteiten in de regio.

In aanvulling op het advies van 26 november 2019 noemt de gemeente:

  • Het voornemen van de minister om in te stemmen met zoutwinning door Nedmag tot 2045 is onvoldoende onderbouwd.
  • Het onderzoek naar de bodemdalingeffecten op langere termijn is nog in volle gang.
  • Uit het ontwerpbesluit blijkt niet op welke wijze de belangen van de drinkwatervoorziening zijn gewogen.
  • De gemeente vraagt om in het instemmingsbesluit inzichtelijk te maken welke maatregelen Nedmag moet nemen met betrekking tot de nog aanwezige diesel in de ondergrond, gezien het grote risico bij de vervuiling van grond-, drink- en oppervlakte water. De gemeente maakt zich daar zorgen over.
  • Vooraf moet worden aangetoond dat het gebruik van hulpstoffen veilig is.
  • V.w.b. de monitoring van micro-seismiciteit moet duidelijk worden geformuleerd welke voorwaarden vooraf door Nedmag moeten worden ingevuld, hoe de periodieke monitoring vormgegeven wordt en hoe de toezichthoudende rol van SodM gestalte krijgt. Op basis van de gegevens moet tussentijds ingrijpen mogelijk worden.
  • De financiële zekerheidsstelling moet worden geconcretiseerd en dient als voorwaardelijke verplichting in het instemmingsbesluit te worden opgenomen, met garantstelling door de rijksoverheid.
  • Voorafgaand aan het definitieve instemmingsbesluit moet er een onafhankelijke schaderegeling voor zoutwinning zijn die inhoudelijk gelijk is aan het schadeprotocol Groningen en de Wet Bewijsvermoeden, zoals die gelden voor schades door gaswinning uit het Groningenveld.
  • Het voornemen van de minister om voortzetting van de winning uit TR-9 toe te staan wijkt af van het advies van SodM. Een onderbouwing daarvoor ontbreekt, de minister noemt uitsluitend het economisch belang. Dit is voor de gemeente Tynaarlo onacceptabel.  Gelet op het incident uit 2018 en de onvoorspelbaarheid van de bodembeweging in de regio dienen de technische adviezen van de wettelijke toezichthouder SodM onverkort te worden opgevolgd.
  • Tynaarlo constateert dat de nieuw te ontwikkelen winputten zullen leiden tot een uitbreiding van het effectgebied en een onacceptabele toename van bodemdaling, ook in de gemeente Tynaarlo.
  • Een afbouwstrategie en een periodieke monitoring zoals bij de gaswinning ontbreken zowel in het ontwerpbesluit als in het Nedmag winningsplan.

Volgens gemeente Tynaarlo is het de vraag hoelang de zoutwinning in onze regio nog kan worden uitgeoefend, gezien de negatieve impact en de groeiende maatschappelijke weerstand. Tynaarlo roept de minister op om de ‘lessons learned’ uit het gasdossier ter harte te nemen bij de formulering van zijn definitieve besluit.

Nedmagbesluit gebaseerd op drijfzand

26 juni 2020 | Stop Zoutwinning

Er is onvoldoende zekerheid over de juistheid, volledigheid en onafhankelijkheid van de aangeleverde informatie die als basis voor de besluitvorming en onderzoek gebruikt is (en wordt). Bij onomkeerbare gevolgen en risico’s, zoals bij de zoutwinning door Nedmag, is dat nog belangrijker dan anders.

Een zorgvuldig oordeel over de gevolgen en de risico’s van zoutwinning door Nedmag is daardoor onmogelijk. Toch beweert de overheid dat dit wel kan. Stichting Stop Zoutwinning denkt daar anders over.  

Belangenverstrengeling
De overheid heeft zelf financiële belangen bij de zoutwinning door Nedmag. EZK is, samen met de 3 noordelijke provincies, eigenaar van de NOM die 50% van de aandelen van  Nedmag bezit.  De dividenduitkeringen van Nedmag zijn volgens Follow the Money de “kurk” waar de NOM financieel op drijft. Diezelfde overheid stelt ook de regels en voorwaarden vast, is toezichthouder én handhaver. Volgens ons is dit een verregaande en ontoelaatbare belangenverstrengeling.

Bij de beoordeling van winningsplannen weegt de overheid economische belangen van mijnbouwer en schatkist af tegen veiligheids- en milieubelangen van omwonenden.

Te weinig kennis, Informatie niet betrouwbaar, onafhankelijke controle onmogelijk
De overheid doet dit op basis van door de mijnbouwer verschafte gegevens. De regels voor wat, waar, wanneer en hoe onderzoek gedaan en gemeten wordt en hoe die informatie geanalyseerd, geïnterpreteerd en gepubliceerd wordt zijn (en worden) grotendeels overgelaten aan de belanghebbende mijnbouwer. Dat zorgt voor perverse prikkels om de analyses en de rapportages niet te verbeteren. Die gegevens zijn niet allemaal voor iedereen toegankelijk of bruikbaar waardoor de juistheid daarvan niet door onafhankelijke wetenschappers kan worden vastgesteld.

Onafhankelijke controle is wel nodig omdat de mijnbouwsector er grote financiële belangen bij heeft om de risico’s te bagatelliseren en de kosten te beperken. Dat doen ze ook, daar zijn tientallen voorbeelden van. Dit geldt ook voor de overheid.

Er wordt erkend dat er onvoldoende kennis is over de gevolgen en de risico’s van zoutwinning en de cumulatie van effecten als gevolg van de overige activiteiten in de ondergrond in dit gebied.

Tijdige plaatsing van voldoende en adequate meetapparatuur is door mijnbouwers en EZK tegengehouden. Daarmee is effectief voorkomen dat de benodigde kennis opgebouwd is.

Vrijwel alle mensen met voldoende kennis om onderzoek te doen en onderzoeksinformatie en meetgegevens te kunnen interpreteren en valideren, hebben een relatie met de mijnbouwindustrie en zijn voor hun (vervolg) opdrachten van hen afhankelijk.  Door de geschiedenis van de gaswinning weten zij dat volledige openheid over gevolgen en risco’s hen in hun carrière kan schaden en weten wij dat dit risico’s voor de volledigheid en de betrouwbaarheid van de resultaten oplevert.

Gegevens die direct de veiligheids- en milieubelangen van omwonenden betreffen kunnen niet volledig gecontroleerd worden omdat ze niet allemaal openbaar zijn terwijl dat wel verplicht is volgens het verdrag van Aarhus en de Wet Openbaarheid van Bestuur.

Diverse overheden blijven zo ernstig in gebreke bij het voldoen aan hun Wob-verplichtingen dat informatie of niet of zo laat wordt aangeleverd dat burgers en maatschappelijke organisaties de mogelijkheid wordt ontnomen om die voor zienswijzen, bezwaar en beroep te gebruiken. Dit geldt ook voor EZK en SodM. Via de Wob verkregen informatie levert soms uitermate schokkende bevindingen op en blijkt dus zeker nodig voor een zorgvuldig oordeel.

Er is informatie uit rapportages verwijderd, informatie zodanig verwoord of veranderd dat de volledige waarheid verbloemd of gebagatelliseerd is en er is minstens 1 belastend onderzoeksrapport achtergehouden dat zeer relevant is voor de risico-inschatting voor het winningsplan Nedmag 2018.  Niet alleen de mijnbouwers maken zich hier schuldig aan maar ook de overheid zelf, dat is inmiddels uit zoveel  onderzoeken gebleken dat burgers er niet meer van uit kunnen gaan dat de informatie van de overheid zelf betrouwbaar is.

SodM staat bovendien toe dat Nedmag gebruik maakt van experimentele methoden, technieken en middelen die in de praktijk pas getest worden, zonder dat men weet wat de gevolgen en de risico´s zijn. Let wel, het gaat hier om onomkeerbare gevolgen voor mens en milieu. Met name de risico’s voor de drinkwatervoorziening voor Noord-Nederland en de toekomst van duurzame land- en tuinbouw  zijn onverantwoord! Daar is meer informatie over nodig voordat dit wordt toegestaan maar dat vinden SodM en EZK niet nodig, zonder dat zij dit onderbouwen.

Zie ook

Kamervragen ChristenUnie over winningsplan Nedmag

25 juni 2020 | Stop Zoutwinning

Vragen van de leden Dik-Faber en Van der Graaf (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het ontwerpinstemmingsbesluit Winningsplan Nedmag en de zoutwinningsactiviteiten in Zuidwending (ingezonden 25 juni  2020).


Vraag 1
1. Welke advies is er door de betrokken waterschappen uitgebracht over het ontwerpinstemmingsbesluit voor zoutwinning door Nedmag in NoordNederland, en neemt de u dit advies over? Zo nee, hoe rechtvaardigt u dat?
Zo ja, hoe gaat u deze adviezen verwerken in uw definitieve besluit?

Vraag 2
Welke adviezen zijn er door overige lokale overheden uitgebracht over het ontwerpinstemmingsbesluit voor zoutwinning door Nedmag in NoordNederland, en neemt de u deze adviezen over? Zo nee, hoe rechtvaardigt u dat? Zo ja, hoe gaat u deze adviezen verwerken in uw definitieve besluit?

Vraag 3
Erkent u dat, wat betreft mijnbouw en schadeafhandeling, het vertrouwen van inwoners van Groningen ernstig geschonden is en dat deze unieke situatie vraagt om het inbouwen en aanbieden van extra zekerheden in het zoutwinningsbesluit?
Hoe gaat u tegemoetkomen aan de zorgen die leven in de regio over zoutwinning?

Vraag 4
Erkent u dat de cumulatieve effecten in de bodem van extra bodemactiviteiten onzeker zijn? Hoe past u het voorzorgsprincipe in deze situatie toe, zeker in het licht van het eerdere incident bij het veld Tripscompagnie en incidenten in het buitenland? Hoe gaat u om met de notie van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) dat het risico op schade klein is, maar dat bij het realiseren
van dat risico, de schade voor het milieu wel heel groot is? Waarom volgt u het advies van het SodM niet op om de zoutcaverne Tripscompagnie-9 te sluiten?

Vraag 5
Hoe komt u tegemoet aan het feit heel moeilijk zal zijn om bij schade door eventuele bodemdaling of andere gevolgen voor de bodem aan te tonen dat er een causaal verband is tussen zoutwinning en de schade, juist omdat er sprake is van een opeenstapeling van bodemactiviteiten? Heeft u in dat licht kennisgenomen van het feit dat er 400 schadeclaims uit het verleden zijn afgewezen door Nedmag, juist op deze grond? Bent u bereid om op basis hiervan alsnog te kiezen voor een omkering van de bewijslast bij schade door zoutwinning?

Vraag 6
Wie draagt de kosten die moeten worden gemaakt wanneer er door ongelijke bodemdaling, veroorzaakt door zoutwinning, meer grondwater weggepompt moet worden? Deelt u de mening dat deze kosten door Nedmag zouden moeten worden gedragen?

Vraag 7
Heeft u onderzoek gedaan naar de impact op het milieu van het achterblijven van 90% van de gebruikte diesel in de zoutwinningsputten? Kunt u ook toelichten waarom eventuele alternatieven als minerale of biologisch afbreekbare olie minder impact zouden hebben?

Vraag 8
Hoe waarborgt u dat Nedmag de putten goed afdekt?

Vraag 9
Waarom heeft u gekozen voor een besluit met toestemming voor zoutwinning voor 25 jaar? Bent u bereid de duur van het besluit flink te verkorten, zodat er veel meer ruimte is voor tussentijdse evaluatie en ingrijpen wanneer de veiligheid voor mens en milieu daarom vraagt?

Vraag 10
Hoe kunnen lokale overheden en andere belanghebbenden een onderbouwd oordeel vellen over het besluit wanneer een cruciaal element, het meet- en regelprotocol, nog ontbreekt? Bent u bereid uw besluit aan te houden tot dit meet- en regelprotocol is uitontwikkeld?

Vraag 11
Bent u bereid om het in werking treden van het (aangepaste) toestemmingsbesluit te verbinden aan het gerealiseerd hebben van deze financiële veiligstelling van Nedmag om bij het einde van de winning het opruimen, de continuïteit van maatregelen in het waterbeheer en de afhandeling van eventuele toekomstige schade te waarborgen?

Vraag 12
Kunt u reflecteren op de lokale maatschappelijke kosten en baten van deze zoutwinning? Is er volgens u een rechtvaardige verdeling tussen baten en risico’s?

Vraag 13
Bent u bereid verder onderzoek te doen naar de wenselijkheid van hergebruik van cavernes in Zuidwending? Bent u bereid hierbij de verschillende risico’s te onderzoeken van de diverse stoffen die in deze cavernes zouden kunnen worden opgeslagen, zoals gas, perslucht, waterstof of CO 2

Midden-Groningen is tegen Nedmag-besluit Wiebes

23 juni 2020 | RTV Noord | Martijn Folkers

“De gemeente Midden-Groningen zal een zienswijze indienen die negatief oordeelt over het besluit van het ministerie van Economische Zaken over de toekomst van Nedmag. Volgens minister Wiebes mag Nedmag doorgaan met zout winnen tot 2045.

De houding van Midden-Groningen is weinig verrassend, aangezien de gemeente eerder aangaf dat de zoutwinning wat haar betreft moet worden afgebouwd.” Lees verder…

Mijnraad en minister EZK negeren adviezen

21 juni 2021 | Stop Zoutwinning

Adviezen SodM, Tcbb, waterschap en lokale overheden genegeerd door Mijnraad en minister EZK

Net als SodM adviseren waterschap Hunze en Aa’s, Tcbb en een aantal lokale overheden om geen actieve winning meer toe te staan uit zoutput TR-9 bij Tripscompagnie. Dat leidt namelijk tot nog meer bodemdaling terwijl het waterschap aangeeft dat dit niet meer beheersbaar is.

SodM en Tcbb hebben zelfs nog aanvullende adviezen uitgebracht waarin zij opnieuw stellen dat geen actieve winning uit TR-9 moet worden toegestaan. SodM stelt dat de risico’s te groot zijn, deze losstaande caverne kan ook verbonden raken met het deels leeggestroomde cluster. Hierdoor kan een nieuwe scheur ontstaan in het grote cluster of het lekpad van april 2018 mogelijk weer open gaan met als gevolg nog grotere onbeheersbare bodemdaling. Samen met bodemdaling van de gaswinning wordt dat sowieso al meer dan 1 meter!

De Mijnraad neemt deze adviezen niet over maar stelt dat er de komende jaren wél actieve winning uit TR-9 toegestaan kan worden omdat de risico’s met een (nog te ontwikkelen) meet- en regelprotocol  te beheersen zijn.  Dat is echter nog niet onderzocht en ervaringen met de gaswinning uit het Groningenveld doen toch anders vermoeden.

De minister van EZK neemt het advies van de Mijnraad over en staat actieve winning uit TR-9 toe.  Onze indruk is dat al die adviezen om economische redenen worden genegeerd. Wat heeft de adviesrol van SodM, Tcbb, waterschappen en de lokale overheden nog voor zin als EZK hen gewoon kan negeren als hen dat uitkomt?

Minister EZK verdraait advies lokale overheden

20 juni 2020 | Stop Zoutwinning

In Minister misleidt Tweede Kamer (motie Tom van der Lee c.s.) hebben we gemeld dat de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een aangenomen Tweede Kamermotie niet uitvoert en de Tweede Kamer misleidt door te doen alsof dit wel zo is.

In het ontwerp-instemmingsbesluit over het nieuwe winningsplan van Nedmag gaat de misleiding door en gaat hij zelfs nog verder.

Hij verdraait de tekst van het advies van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze door te stellen dat zij adviseren om onderzoek te doen naar bodemdaling te doen. Dat is niet waar, hun advies is breder. Opnieuw pure misleiding.

Citaat uit het ontwerpbesluit van de minister EZK:

“De minister constateert dat het waterschap en de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo aangeven dat extra onderzoek noodzakelijk is voor instemming. Deze adviseurs adviseren voordat tot instemming wordt overgegaan onderzoek te laten uitvoeren naar de effecten van de bodemdaling door zoutwinning op mens en milieu aan de bovengrond.”

Citaat uit het advies van de gemeente Tynaarlo en Aa en Hunze:

“Wij adviseren u onder verwijzing naar de adviezen van Staatstoezicht op de Mijnen het Waterschap Hunze en Aa’s nader onderzoek te (laten) doen naar de gevolgen voor mens en milieu en de veiligheid van onze inwoners te waarborgen.

Nader onderzoek zou onder meer moeten bestaan uit:

  1. De effecten van gestapelde mijnbouw: in hetzelfde gebied vindt ook gaswinning plaats.
  2. Toekomstvisie inclusief de afbouw van de zoutwinning op termijn (“levenscyclus”SODM)
  3. Onderzoek naar de effecten op het milieu in relatie met maatschappelijke opgaven en ambities op het terrein van wonen, water, natuur en landschap, recreatie, toerisme en cultuurhistorie.”

Minister misleidt Tweede Kamer (motie Tom van der Lee c.s.)

20 juni 2020 | Stop Zoutwinning

De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voert aangenomen Tweede Kamermotie niet uit en misleidt de Tweede Kamer. Cumulatieve effecten mijnbouw niet voldoende onderzocht (motie Tom van der Lee c.s.1 ) maar de minister doet alsof dat wel zo is.

De locatie van de beoogde Nedmag- uitbreidingen in Borgercompagnie, Kiel-Windeweer, Zuidlaarderveen en Oud Annerveen vallen binnen het effectgebied van de gaswinning in Groningen én Drenthe.

Elke activiteit in deze omgeving behoort te worden bezien in samenhang met álle gevolgen en risico’s van de gaswinning in o.a. het Groningenveld en het Annerveenveld.  Dát is de reden voor de in de Tweede Kamer aangenomen motie van Tom van der Lee1, medeondertekend door Sandra Beckerman (SP) en Frank Wassenberg (PvdD), van 16 april 2019. Hierin verzoekt hij de regering om eerst te onderzoeken wat de cumulatieve effecten van mijnbouwactiviteiten in de regio zijn, voordat een besluit wordt genomen over het winningsplan 2018 van Nedmag voor zoutwinning bij Borgercompagnie en Tripscompagnie.

De minister van  EZK heeft deze aangenomen Kamermotie in feite genegeerd door consequent alleen bodemdaling te noemen en alle overige gevolgen en risico’s te verzwijgen. Zowel in zijn antwoord op de Kamervragen daarover als in het ontwerp-instemmingsbesluit over het winningsplan.

Gestapelde mijnbouw in het effectgebied van de gaswinning uit het Groningenveld heeft echter veel meer gevolgen en risico’s.  

De antwoorden2 van de minister van EZK op Kamervragen van Tom van der Lee van 25 oktober 2019 daarover zijn zelfs zo misleidend dat er volgens ons sprake is van opzettelijk verkeerd informeren van de Tweede Kamer. 

Minister Wiebes doet het in zijn antwoorden namelijk voorkomen alsof het enige effect van mijnbouw de bodemdaling is en dat bodemdaling dus ook het enige is wat er in het kader van de motie onderzocht hoeft te worden.  Dit is  pure misleiding en buitengewoon kwalijk.  Dit is dezelfde tactiek die zowel NAM als overheid bij de gaswinning in Groningen gebruikt hebben.

Minister EZK verdraait advies lokale overheden
In het ontwerp-instemmingsbesluit over het nieuwe winningsplan van Nedmag doet hij dat ook en gaat hij zelfs nog verder. Hij verdraait de tekst van het advies van de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze door te stellen dat zij adviseren om onderzoek te doen naar bodemdaling te doen. Dat is niet waar, hun advies is breder. Opnieuw pure misleiding. Lees verder …

1 Kamermotie van Tom van der Lee (32849-186), medeondertekend door  Sandra Beckerman (SP) en Frank Wassenberg  (PvdD) van 16 april 2019 over het onderzoeken van cumulatieve mijnbouweffecten in Groningen |  10 + 16 april 2019 | 32849-186.

2 Antwoord minister Wiebes op vragen van het lid Van der Lee over het advies van SodM op het winningsplan van Nedmag | 26 november 2019 | 2019D48047