30 juni 2020 | Stop Zoutwinning |

De Gemeenteraad van Tynaarlo heeft een motie aangenomen over het nieuwe winningsplan van Nedmag:
Motie zienswijze ontwerp-Instemmingsbesluit winningsplan 2018 Nedmag
De motie is ingediend door ChristenUnie, GroenLinks, CDA, Leefbaar Tynaarlo, D66, Gemeentebelangen. De enige uitzonderingen waren PvdA en VVD.

Constaterende dat:

• De minister van Economische Zaken en Klimaat, de heer Wiebes, op 11 juni 2020 een  ontwerp-instemmingsbesluit voor het gewijzigde winningsplan Nedmag 2018 heeft gepubliceerd,
• Er in de Tweede Kamer vragen zijn gesteld waarin vragenstellers hun zorgen uiten over het borgen van het naleven van adviezen en tegemoetkomen aan schadeclaims van bewoners,
• De gemeente Tynaarlo ten aanzien van het eerdere winningsplan op 26 november 2019 een negatief advies heeft ingediend, aangezien de zoutwinning ook voor Tynaarlo mogelijk gevolgen heeft, daarin wijzend op de effecten van gestapelde mijnbouw, de levenscyclus van de zoutwinning en de effecten van de zoutwinning op de omgeving,
• Het college van plan is om op dit ontwerp-instemmingsbesluit een zienswijze in te dienen en de raad wordt uitgenodigd hierbij aan te sluiten en de zienswijze eventueel aan te vullen,

Overwegende dat:

• Ondanks wijzigingen in het winningsplan Nedmag 2018 er nog steeds elementen in het plan zitten die ongewenste gevolgen kunnen hebben voor inwoners van Tynaarlo,
• Er geen goede regeling is opgenomen voor het bepalen van mogelijke schade en evenmin voor een vergoeding van die schade,
• Nedmag in het verleden (vrijwel) alle 400 schadeclaims heeft afgewezen, met een verwijzing naar de schade veroorzaakt door gaswinning,
• De termijn van 25 jaar, waarvan sprake is in het instemmingsbesluit, strijdig is met de gewenste afbouw van de zoutwinning,

Verzoekt het college om:

•  Mede namens de raad een zienswijze in te dienen bij de Minister van EZK aangaande het ontwerp-instemmingsbesluit gewijzigd winningsplan 2018 Nedmag.
• In deze zienswijze, naast door het college in te brengen punten, met name aandacht te vragen voor:
  • Het opzetten van een meet- en regelprotocol, zodat het bepalen van de gevolgen voor mensen en milieu van de zoutwinning mogelijk is. Hierbij is het vaststellen van de nulsituatie wenselijk om eventuele onduidelijkheden over de juistheid van schadeclaims te voorkomen.
  • Een toegankelijke en onafhankelijke regeling voor schadevergoeding, waarbij Nedmag geen claims kan afwijzen onder verwijzing naar de NAM. Bij voorkeur wordt hier de omgekeerde bewijslast van toepassing of wordt de schadeafhandeling publiekelijke gemaakt, ook voor zoutwinning.
  • Voorkomen van milieuschade – ook op lange termijn – als gevolg van de bodemdaling, waardoor eigenaren zouden worden geschaad in het huidige en mogelijk toekomstige gebruik van hun percelen.
  • Voorkomen van milieuschade als gevolg van het gebruik van minerale olie als dakolie. De veiligheid van de te gebruiken alternatieven dient vooraf te worden aangetoond.
  • De – zeer lange – periode van 25 jaar waarvoor de toestemming verleend wordt.
    Gezien de grote mate van onzekerheid over de risico’s van dit type zoutwinning dient er vanuit het voorzorgprincipe regelmatig een tussentijdse evaluatie plaats te vinden met de mogelijkheid om direct in te grijpen wanneer de veiligheid voor mens en milieu daarom vraagt (Hand aan de Kraan principe).
• In deze zienswijze de minister te verzoeken om in de beslissing over het ontwerpinstemmingsbesluit op te nemen dat met beoogde winning pas mag worden begonnen wanneer bovengenoemde zaken eerlijk en billijk zijn geregeld.