6 december 2019 | Stop Zoutwinning
Gedeputeerde Staten Drenthe (GS Drenthe) zegt het belang van een veilige en maatschappelijk verantwoorde zoutwinning te onderstrepen maar vindt ook dat zij verantwoordelijk is voor het voortbestaan van Nedmag omdat de provincie Drenthe via de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) aandeelhouder van Nedmag is.
Wij vinden dat met elkaar in tegenspraak.
Is het maatschappelijk verantwoord en veilig om:
- Uitbreiding van zoutwinning toe te staan zo dicht bij waterwingebied?
- De inwoners van deze regio aan nóg meer mijnbouwellende en risico’s bloot te stellen?
- De gebruiksmogelijkheden voor land- en tuinbouw in onze regio in gevaar te brengen?
- Financiële belangen van een beperkt aantal mensen zwaarder te laten wegen dan de belangen en de risico’s van een veel grotere groep inwoners?
Volgens ons niet, dit is waar het voorzorgsprincipe expliciet voor bedoeld is. Waarom wordt dat niet toegepast?
Het advies doet geen recht aan wat de Drentse Statenleden over zoutwinning hebben gezegd en aan de inbreng die wij als verontruste burgers geleverd hebben. Dat bevreemdt ons omdat de adviesrol van de lokale overheden juist bedoeld is om kennis over de lokale omstandigheden en omgeving mee te nemen.
GS Drenthe wéét dat een deel van Noord-Drenthe inmiddels officieel erkend is als effectgebied van gaswinning in het Groningenveld (met omgekeerde bewijslast) en wéét dat er veel schade is.
Door de overheid is erkend dat veel inwoners er in hun beschadigde en verzwakte huizen meer risico’s lopen dan de inwoners in de rest van Nederland. GS Drenthe verwoordt dit als “gevoelens van onveiligheid”. Wij ervaren dit alsof deze en de andere risico’s door GS Drenthe gebagatelliseerd worden.
De andere lokale overheden ondersteunen het advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over één loket voor álle mijnbouwschade met toepassing van het wettelijke bewijsvermoeden.
GS Drenthe ondersteunt dit niet, als enige. Daar zijn wij heel erg teleurgesteld over.
SodM adviseert om niet in te stemmen met de aangevraagde productie uit de bestaande putten.
Ook hierin is GS Drenthe de enige lokale overheid die dit SodM-advies niet ondersteunt. Wij vinden dit onbegrijpelijk en onverantwoord.
Het waterschap Hunze en Aa’s vindt extra onderzoek noodzakelijk. Er is sprake van diverse onomkeerbare effecten, niet te overziene risico’s, eeuwigdurende beheersmaatregelen met voor altijd grote financiële risico’s. De bodemdaling veroorzaakt beperkingen voor het grondgebruik, inclusief de woonfunctie en de land- en tuinbouw en er ontstaan extra risico’s en (on)mogelijkheden voor een gewenst grondgebruik naar de toekomst toe.
Het waterschap vindt een bredere maatschappelijke en ruimtelijke afweging nodig waarbij lange en korte termijn maatregelen en de belangen van de verschillende bestemming en functies tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Hier is niets over terug te vinden in het advies van GS Drenthe terwijl er wel afstemming over is geweest. Het lijkt er op dat GS Drenthe het advies van het waterschap Hunze en Aa’s niet ondersteunt.
Dat kunnen wij ons eigenlijk niet voorstellen. Er zijn nog meer punten waar wij graag opheldering over willen. Daarom gaan wij de verantwoordelijke gedeputeerde vragen om een toelichting.