Nedmag mag zoutwinning bij Borgercompagnie uitbreiden

23 oktober 2019 | Stop Zoutwinning

Nedmag mag zoutwinning bij Borgercompagnie uitbreiden maar moet stoppen met zoutwinning uit 2 bestaande cavernes bij Tripscompagnie vanwege de onvoorspelbaarheid van de gevolgen en de onbeheersbaarheid van het waterbeheer.

Dat adviseert Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) die in haar advies ook erkent dat er nog steeds onvoldoende kennis is over de gevolgen van ingrepen in de diepe ondergrond.

Toch vindt SodM dat Nedmag wel nieuwe zoutputten mag aanleggen. Dat zou nu ineens wel veilig kunnen.

Wij vinden dat niet geloofwaardig. Daarvoor is volgens ons meer kennis nodig en meer onafhankelijk onderzoek, inclusief metingen. Maar onzekerheid over de veiligheid en de risico’s op langere termijn is niet de enige reden waarom uitbreiding van de zoutwinning in dit gebied onaanvaardbaar is.

  • Mijnbouw in de buurt van waterwingebied is veel te riskant en zou sowieso nooit toegestaan mogen worden.
  • Nedmag dient, in tegenstelling tot de gaswinning, geen landsbelang, gebruikt evenveel energie als 20- tot 30.000 huishoudens, en verbruikt rond de 40 miljoen kuub aardgas per jaar.
    De enorme CO2 uitstoot en stikstofdepositie die daarmee gepaard gaan zijn alleen al voldoende reden om te stoppen met deze zoutwinning.
  • Zoutwinning leidt tot bodemdaling en kan ook aarbevingen veroorzaken. Waarom dan uitbreiding toestaan in een gebied dat al bodemdaling heeft door de huidige zoutwinning, de gaswinning, waterwinning en inklinking van het veen en terwijl de zeespiegel ook nog eens stijgt?
    En waar al zoveel schade aan woningen en andere gebouwen is en sprake van gezondheidsrisico’s door ernstige geluidsoverlast , angst, ongerustheid en zorgen? En waar nog jarenlang aardbevingen kunnen zijn, ook na het stoppen van de gaswinning? En dus nog meer schade en ongerustheid?

Schadeafhandeling
SodM stelt wel aanvullende eisen:

  • Nedmag moet voldoende geld beschikbaar stellen voor álle gevolgen van de zoutwinning, ook in de toekomst. Dit moet vooraf en in een onafhankelijk beheerd fonds.
  • Daarnaast moet de schadeafhandeling in het landelijke schadeloket mijnbouw worden opgenomen en moet het bewijsvermoeden worden toegepast zoals dat ook bij het Groningen gasveld geldt.

Dit lijkt beter dan het is.

Is het wel mogelijk om vooraf in te schatten wat de financiële gevolgen zijn? En wie voor welke schade verantwoordelijk is? Zeker gezien de onvoorspelbaarheid van de gevolgen en de mogelijke onbeheersbaarheid van het waterbeheer. Hoe wordt geborgd dat wij niet alsnog voor een deel van de kosten opdraaien?

Het is ook deels een wassen neus nu men van plan is om een deel van de schade sowieso niet meer te vergoeden.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Omgevingswet wordt verankerd dat 5% van de waardedaling van woningen niet meer gecompenseerd wordt; immateriële schade wordt uitgesloten. Dat wordt nu betiteld als een ‘normaal maatschappelijk risico’. En ‘normaal maatschappelijk risico’ komt niet voor vergoeding in aanmerking.

Nóg meer schade dus, voor de inwoners van dit gebied; die kan oplopen tot vele duizenden euro’s. Onaanvaardbaar!

Net als de gemeente Midden-Groningen zijn wij zeer teleurgesteld over dit advies.

Zie voor meer informatie